Eerste reis naar de Molukken 2015 - Reisverslag uit Ambon, Indonesië van mj fretes - WaarBenJij.nu Eerste reis naar de Molukken 2015 - Reisverslag uit Ambon, Indonesië van mj fretes - WaarBenJij.nu

Eerste reis naar de Molukken 2015

Door: John49

Blijf op de hoogte en volg mj

05 Oktober 2015 | Indonesië, Ambon

Vandaag, 1 oktober, zouden we de hele dag gaan snorkelen. Ik zei tegen Glen dat we door vermoeidheid daar tegen op zien, een halve dag wil nog wel. Uiteindelijk zagen we van het snorkelen af en gingen we naar het eiland Ay. Dat is 1 van de zoveel eilandjes in Banda. Eerder schreef ik dat " ons" hotel 10 kamers telt. Alle kamers dragen de naam van een eiland. Onze kamer draagt de naam Ay.
Met de boot is het ongeveer 45 minuten varen. We kregen met hoge golven te maken. Het was af en toe schrikken. Op het eiland aangekomen moesten we eerst aan het dorpshoofd om permissie vragen. Hij was echter niet in zijn kantoor en iemand van het dorp wist toevallig waar hij was. Het dorpshoofd legde uit waar we wel en waar we niet mochten komen. Dat allemaal kost geld, maar het geld wordt weer besteed aan onderhoud van het eiland. De lokale bevolking betaalt 10.000 IDR per persoon en wij moesten 25.000 IDR per persoon betalen.
Er was ook een jongen met Glen meegegaan. Hij wilde de Engelse taal leren. Hij ging ons voor tijdens de trip, maar er kwam bijna geen zin Engels aan te pas. Misschien is hij een beetje verlegen. Hij liet ons fort Revengie zien dat door Nederlanders zou zijn gebouwd.
Wij kwamen ook bij een vrouw aan die bezig was kanarie uit de noten te halen. Wat een tijdrovende bezigheid, maar ja ... een ander alternatief hadden ze (blijkbaar) niet. Er was ook een kerk, in feite enkele muren en een dak, die gebouwd werd in het jaar 1611. De bouw van deze kerk, genaamd Betlehem, duurde tot het jaar 1617. Met overheidsgeld wil men alle historische panden en ruines renoveren, zo ook de Betlehemkerk. Het dak en het plafond staan er al. In de buurt zijn ook veel oude graven te vinden. Verder waren op het eiland ook bomen te vinden zoals op het eiland Banda Besar. Na een lunch op het strand gingen we huiswaarts, dwz richting ons hotel.
' s Avonds kwam Glen met een vevelende mededeling: de Pelniboot zou niet om 10.00 uur vertrekken, maar om 04.00 uur. Gelet op de djam karet kan het zijn dat de boot pas om 06.00 uur vertrekt. We zullen pas worden gewekt wanneer de scheepstoeter 1 klinkt. Bij de tweede hebben we nog een uur. Het is ongeveer 10 minuten lopen naar de kade.

De volgende ochtend, 2 oktober, waren wij al om 04.00 uur opgestaan. We zouden om 03.00 uur gewekt worden, maar wij hoorden niets. Later bleek dat wij om 05.00 uur pas gewekt zouden worden. Na het ontbijt gingen wij richting de haven, waar de boot pas om 07.00 uur vertrok. Vanwege onze eerdere ervaring met de gereserveerde cabine gingen wij nu op het restaurantdek zitten. Achteraf hadden wij beter (een deel van onze) tijd in de cabine kunnen doorbrengen, want de airco daar deed het goed. Op het restaurantdek leek het af toe wel op een stoelendans. Er waren minder stoelen dan passagiers, gevolg was dat wanneer je even wegging, je je stoel gewoon kwijt was. Zodra iemand van ons even wegging, legden wij onze benen op de lege stoel, een beetje aso-gedrag, maar dat moet je wel, want anders walsen ze over je heen. Ze zijn bangsa van ons maar ze gedragen zich behoorlijk asociaal. Peuken, lege chipszakjes, lege flesjes e.v.a. worden gewoon op het dek gegooid i.p.v. in de prullenbakken. Na de overtocht zag het dek dan ook niet uit. Wat ik ook niet kan begrijpen is dat men een heleboel afval zomaar overboord gooit. Niet veel Molukkers, maar Indonesiërs ook, geven echt om de natuur. Het water is overal echt helder, alleen zie je op de bodem soms blikken, flessen, plastic gerei e.a. ... zonde.
Eerder had ik gemeld dat ivm de avond/ nacht de boot langer over de overtocht doet dan wanneer die overdag vertrekt. Dat is nu gebleken dat dat niet het geval was. Wij zaten al gapend op het dek, pijn in onze achterste, niet wetend hoe wij konden slapen, terwijl een iets schonere en frisse cabine beneden leeg stond.
Na 8 uur varen kwamen wij in Ambon aan.Wij, en met ons vele anderen, waren nog niet uitgestapt of er kwamen al mensen binnen voor de volgende bestemming van de boot. Moet je dat een keer in Nederland doen, in de trein of zo, kun je lachen ....
Op de boot vertelde Cesar R. dat zij in Indonesië, en dus ook Molukken, gewend waren fooien te geven. Dat deden hij en zijn vrienden ook toen zij op bezoek waren in Nederland. Wij geven hier fooien van ongeveer 20.000 tot 50.000 IDR, omgerekend 1,30 tot 3,30 Euro. Cesar en zijn vrienden gaven de taxichauffeur daarom fooien variërend van 5 tot 10 Euro per persoon !!! Een boel geld voor iemand uit Maluku. De taxichauffeur had behoorlijk wat verdiend in een paar dagen tijd dat Cesar en c.s. daar waren.
Hij kan enkele avonden biefstuk eten.
Op de kade waren wij getuige van een staaltje bewakerstaal. In verband met de drukte diende je te houden aan de regels. Een van de bromfietsers haalde z ijn vriend blijkbaar op en wilde de korte, doch verboden route, nemen. Hij werd staande gehouden door een vrouwelijke bewaker en moest terugrijden. Blijkbaar ging dat niet naar haar wens en sloeg ze hem op de helm en later met haar vuisten op zijn gezicht, tot drie keer toe. En dat is helemaal niet leuk waar een heleboel mensen getuige van was. Weet die gast nu voor de volgende keer.
Op de kade wachtte Chris ons op met onze koffers die wij bij hem achtergelaten hadden, want we gingen naar Banda eilanden met twee (van de vier) koffers. Wij hadden, achteraf gezien, ook naar Ora Beach met twee koffers moeten gaan, scheelt sjouwwerk. Wij werden naar het Swiss Belhotel gebracht. Een aardig hotel, het tapijt is dik en van binnen ziet het er goed uit. Hier en daar is het behang jammerlijk slecht afgewerkt. De kamers zijn groot, ziet zo groot als die op Banda, maar voldoet prima. We hadden in het hotel soto-ajam gegeten. Een dikke 9 van mij voor het gerecht. Het was behoorlijk veel. Eerder op de avond was Wes met zijn linker grote teen een obstakel op de weg geknald. Gevolg een snee en in het hotel had hij dat met alcohol (van het hotel) schoongemaakt. De zoveelste tegenvaller voor Wes, eerder met zijn portemonnee, gevecht met een vis, wat schrammetjes bij een boot opgelopen en nu dit. En de vakantie is nog lang niet voorbij.
Morgen gaan we naar Saparua.

Vanochtend, 3 oktober, stonden wij al om 05.30 uur op.
We hadden nu afgesproken om de koffers achter te laten in het hotel en alleen het nodige als handbagage mee te nemen naar Saparua. Scheelt sjouwwerk en geen gezeik in de haven met de kofferdragers. De boot vertrok om 09.30 uur en de overtocht duurde ruim 1 uur. De VIP-stoelen waren volledig uitverkocht en het is daar heerlijk toeven. Jammer dat de airco te koud is ingesteld in die ruimte.
Tegen 10.45 uur kwamen wij in Haria op Saparua aan. We werden opgewacht door onze chauffeur met een minibus. Glen had voor die middag al een programma klaar staan. Allereerst reden wij naar het ouderlijk huis van de vrijheidstrijder Thomas Matulessy, misschien beter bekend als kapitein Pattimura.
Indrukwekkend verhaal over hem gehoord ... ahum, googelen maar zou ik zeggen.
Vervolgens gingen we naar fort Duurstede. Mooi fort dat nog steeds wordt onderhouden. Van af de fort kregen we een mooi uitzicht op de baai en konden we in de verte ons hotel ook zien.
Onderweg stopten wij bij de lokale markt vanwege de kanarie. Ze zijn een stuk groter dan die op het eiland Ay. Co had alles wat de marktvrouw op haar matje had gekocht, maar ook wat ze nog in haar mandje had. Alles bij elkaar kostte dat 55.000 IDR (3,66 Euro). Op Ambon vroegen zij voor dezelfde hoeveelheid 3x zoveel. Glen zei al dat wij de kanarie beter in Saparua kunnen kopen.
Ons laatste doel voor vandaag is Batu Pintu, we zijn nog steeds in Haria. Daar aangekomen zagen we allerlei stenen met namen er op van mensen uit diverse windstreken: Duitsers, Amerikanen, (Molukse) Hollanders en tuurlijk mensen uit de Molukken zelf. Wij wisten dat Alex Picanussa hier was geweest en inderdaad, we vonden zijn naam en die van Jordi en Richelle, maar ook die van Leonie en Romina Pattiasina. Verder troffen wij ook namen aan van Geoffrey, Marcel, Eli en Jonas Wattimury. Ongetwijfeld zullen wij wat bekende namen gemist hebben, want er waren er zoveel. Tuurlijk wilden wij ook onze namen erbij hebben. Aangezien het zaterdagmiddag was, kon de eigenaar pas maandag het af hebben. Daar konden wij niet op wachten, want maandagochtend zouden we weer naar Ambon vertrekken. Na een beetje aandringen van Glen en de situatie uitgelegd, zou de eigenaar zijn best doen, zodat wij de volgende (zondag)middag al naar onze steen met onze namen er op konden bewonderen.
Hierna gingen wij naar ons hotel, de Perdana. Voordat wij hierheen gingen, moesten we eerst naar de toko om ons toiletpapier en water te kopen, want die verstrekken ze niet in het hotel. Hier moet je niet teveel eisen stellen. De handdoek is net zo groot als de deurmat bij mijn voordeur thuis.
De airco in de kamer van Vero en Wes werkte niet naar behoren. Dus probeerde Wes het met onze afstandbediening, maar dat werkte ook niet. Kon je ook verwachten, want het bleek de afstandbediening van onze tv te zijn. Zij hebben een zwarte afstandbediening en wij een grijze. Ah, hebben wij ook een beetje lol bij deze ellende.
Je moet ook niet in de spiegel kijken en de vraag stellen: "spiegeltje, spiegeltje, spiegeltje aan de wand ...wie is de mooiste van het land." Onze spiegel zou zich afvragen of je je wel goed voelde, want hij was al in dagen, misschien weken niet schoongemaakt. Er liepen hier enkele dames van het hotel doelloos rond en blijkbaar voelde niemand zich geroepen om daar iets aan te doen, jammer. Ook jammer dat er geen warm water was, maar dat wisten we al.
Het eiland Saparua is verre van schoon. De zee en het strand is erg vervuild. Tussen de mangrovebossen lag zoveel vuil. Misschien hadden wij de meest vieze gedeelte gezien, maar dit is echt zonde. Hier ga ik/gaan we echt het water niet in.
Ik had gemerkt dat een van de jongedames van het hotel meer haar op de benen heeft dan ik. Jaloers ??? Echt niet.

Het ontbijt van vanochtend, 4 oktober, leek wel op die van een gevangenis hier. We kregen alleen droog brood, zonder beleg of wat dan ook, met thee of koffie. Een homemade cake was wel lekker, maar er bleef er maar twee over en er was verder geen personeel aan wie we wat kunnen vragen. En we hebben helaas nog een nacht te gaan. Leve het Hilton hotel van Saparua.
Na het ontbijt gingen we eventjes onze benen strekken in het dorp. Wat later gingen Glen, Co en ik verder het dorp in. Wat een heerlijke stilte. Dit komt omdat de meeste mensen nog in de kerk zitten.
Tegen 12.00 uur gingen we wat tripjes maken. Onze eerste trip was bij een pottenbakster. Het was eigenlijk niet zoveel aan. We haddden op Java betere pottenbakkers gezien, qua kwaliteit en volume van de werkvloer, maar ja, we zijn hier maar op Saparua.
Voor we verdergingen, gingen we eerst lunchen. Daar kwamen we Nederlanders tegen, een Indische vrouw uit Groningen met haar echtgenoot en bekenden van hun. Na de lunch gingen we langs de dorpen Ima, Mahu en Imahu. Ergens onderweg waren enkele Saparuanen leuk met elkaar aan het dansen. Ze deden de katredji en op de terugweg waren ze bezig met een soort menari, voor zover ik kan beoordelen.
De volgende trip was naar een vrouwtje in Mahu die ons liet zien hoe zij de sago maakt. Eerst ging ze de sago fijn zeven. Dit mengde ze met een beetje zout en later met cocos. Intussen had ze de potten al op het vuur staan. Deze potten moesten goed opgewarmd worden, ze mogen niet te koud maar ook niet te warm. Ze haalde de potten van het vuur, deed de sago er in, maakte ruimte voor de gula djawa, deed de gula djawa er in, legde een blad op de potten, zette een zware steen er op en liet het geheel enkele minuten gaar worden door de warme potten. Warme sago met gesmolten gula djawa is echt heerlijk. Althans wij vonden het lekker, maar ja, na een zware lunch (gado2, 2 borden kip saté en 2 borden frites), was er geen ruimte meer voor een tweede ronde sago met gula djawa. Maar het vrouwtje is echt een schatje. We konden echt recepten van cakes met haar delen. Ze is ook kok bij een hotel in de buurt, helaas niet de onze. We hadden te weinig tijd om met elkaar door te brengen, want we moesten nog verder, naar Batu Pintuh, naar onze steen met onze namen er op. Onderweg er naar toe zei Wes nog dat hij een donkerbruin vermoeden heeft dat er misschien een naam verkeerd geschreven zal zijn. Dat bleek inderdaad het geval te zijn. De steen was erg mooi gemaakt en alle namen en achternamen bleken, op Goedegebuure na, goed te zijn geschreven. Bij Wes stond "Goedeqebuure" en bij Vero stond "Goeqebuure". Ja, daar hadden wij er niet voor betaald. De eigenaar verontschuldigde zich en zei dat hij zeker tot 24.00 uur zaterdagnacht bezig was geweest. Tussendoor regende het ook nog, terwijl hij bezig was met de steen. Afijn, als tijdelijke oplossing, alleen om ons tegemoet te komen, opdat wij een foto van konden maken als herinnering, had hij de achternaam meteen provisorisch gecorrigeerd. Dat had hij heel erg goed gedaan ondanks de krappe ruimte. De steen zag meteen ook anders uit. Later zal de eigenaar de naam Goedegebuure herschrijven en zal Glen ons daarvan een foto toesturen. Met dank voor de moeite en wat roepia' s lichter, begaven wij ons op weg naar ons heerlijke onderkomen, hotel Perdana ... kots, kots, kots.
Morgenochtend is het vroeg opstaan, want de boot naar Ambon vertrekt om 07.00 uur.

Vanochtend, 5 oktober, om 04.30 uur opgestaan.
We hadden gisteren een pot jam gekocht voor bij ons ontbijt, maar het brood bleek gevuld te zijn gemalen pinda' s. Lekker, de pot met jam hadden we maar aan Glen gegeven, evenals de restant sagu van gisteren.
De boot naar Ambon vertrok om 06.50 uur. Enerzijds waren we blij Saparua achter ons te laten, anderzijds een beetje teleurgesteld omdat het eigenlijk een mooi eiland is. Alleen jammer van het hotel en de viezigheid die de bevolking maakt.
Op Ambon aangekomen gingen we eerst tante Adé opzoeken. Glen had haar gisteravond gebeld en gesproken met de kleindochter. We kunnen langskomen. Voor het geval dat ... belde Glen haar weer op.
Ja, ze stond klaar om ons op te wachten. Ergens bij een ingang kwam de kleindochter Joke ons ophalen. Tante Adé stond al bijna huilend ons op te wachten, samen met haar jongste dochter. Het was alsof we elkaar al heel lang kennen. Tante Adé is de jongste zus van pa Picanussa. Ze is 96 jaar en zag er uit alsof ze nog wat jaren mee kan. Na anderhalf uur namen we afscheid, want we waren moe, slaperig en hadden een beetje honger. Het afscheid viel ons allemaal zwaar, want tante Adé moest behoorlijk wat traantjes wegpinken en dat liet ons niet onberoerd.
Bij het Swiss Belhotel aangekomen kregen Co en ik helaas een kleinere kamer dan ons eerste verblijf hier.

Ik had al eerder en stuk of 24 foto' s geüpload, maar om een of andere reden waren ze verdwenen. Na een mail naar de redactie van " Waarbenjij" kwamen er slechts 6 tevoorschijn. Ik probeer het nog een keer.
Deze vakantie is een beetje op een deceptie uitgelopen voor mij en dan bedoel ik lichamelijk. Waarschijnlijk is de combinatie van de malariapil en mijn overige pillen niet goed. Mijn armen, polsen en voeten zijn iets dikker dan normaal. Normaal voelt mijn polshorloge losjes rond mijn pols, maar die zit nu strak er om heen.
Mijn armen, polsen en handen zitten vol met blaasjes. Hier en daar heb ik sneetjes. Mijn heupen en boven mijn linker lies zit de huid vol met schilvers. Gelukkig is het niet pijnlijk, jeukt af en toe wel een klein beetje. Vanwege het ontbreken of slechte ontvangst van de wi-fi is het moeilijk om info in te winnen. Dat ga ik nu proberen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

mj

Actief sinds 17 Sept. 2015
Verslag gelezen: 821
Totaal aantal bezoekers 7802

Voorgaande reizen:

18 September 2015 - 10 Oktober 2015

Eerste reis naar de Molukken.

Landen bezocht: